2010-12-24

Geen kalkoen deze kerst


Als ik nu in mijn koelkast kijk, zo'n lomp groot amerikaans model, is die nog niet voor een kwart gevuld. Glad vergeten welke dag van de week het was. Nog net op tijd even naar de buurtsuper gelopen. Parkeerplaats vol en ik wordt van alle kanten door vierwielers bedreigd.


 


Nu er sneeuw ligt mag elke ordening kennelijk ter zijde geschoven worden. Mensen schuifelen op straat en auto's zoeken doodgemoedereerd hun weg over fietspad en voetpad. Het lijkt wel een modern kerstsprookje, iedereen is gelijk.


 


De enige constante is die bedelaar voor de deur van de super. Zijn geldwagen staat naast hem, zoals gebruikelijk, nu met de daklozenkrant. Godzijdank is het te koud voor zijn 'muzikaal vermaak'. Gelukkig kan hij volgende maand weer even bijkomen als hij op vakantie is.


 


De super is vol en toch weer niet. Gelukkig zijn alle gebruikelijke dingetjes er nog waar ik het weekeind mee door kan komen. Bij de bakker vind ik nog wat kerstkransjes. Dochter komt eventjes langs op weg naar moeders en die moet ik toch wat kunnen aanbieden bij de koffie. Even wat pinnen als een kleine gift voor de kerst.


 


Eigenlijk hoefde ze voor mij niet langs te komen, want ik ben niet het doel. Grappig eigenlijk hoe makkelijk ik in de huid kruip van de chagerijnige bejaarde die slechts twee keer in het jaar bezoek krijgt. Het liefst ben ik er gewoon even niet met de kerst.


Dat gaat dit jaar weer niet lukken. Ik moet hier nog in verbeteren.


 


 


Thuis kijk ik door het dubbele glas naar het leven in de tuin. Er zit leven genoeg. Aan de ene kant geniet ik daarvan en aan de andere kant leg ik genadeloos neutraal de patronen vast van de verhoudingen tussen de soorten en tussen de individuen. Ik zie hier geen tegenspraak.


 


Ik heb wel geen gigantisch hulpglaswerk, maar toch probeer ik wat vast te leggen van binnenuit. Een stukje zonder plaatje is immers al snel een droog stukje. De beestjes zijn daar niet zo van gediend.


 



 


 



 


 



 


 


Na de daad kan ik statistisch verantwoord vaststellen dat er een meer dan significate correlatie is tussen de snelheid waarmee een soort maakt dat ie wegkomt en het aantal recepten dat ik aantref op het internet om dat gevogelte om te toveren in iets lekkers.


Ik heb dus toch weer wat geleerd vandaag.


Nu verder in m'n boek.

2010-01-01

Whodunit


U kent ze waarschijnlijk wel, die lange schappen met spannende pocketboeken. Allemaal dezelfde hoogte, dikte en lettergrootte. Je trekt een keer de wenkbrauwen op en pakt daarna toch die laatste thriller van (...) voor in het vliegtuig. Spannend is het. Je bent eigenlijk totaal niet ge-interesseerd in de achterliggende techniek, maar het gaat toch een keer jeuken. Hoe kan het nu zijn dat al die verschillende werken van verschillende schrijvers zo'n beetje op hetzelfde aantal pagina's uitkomen? Hoe kan het dat al die boeken op de flaptekst door onafhankelijke journalisten in vrijwel gelijke bewoordingen uitgeroepen worden tot de spannendste ooit?

Na een aantal van die boeken gelezen te hebben gaan de overeenkomsten en verschillen je vanzelf opvallen zonder dat je een cursus hebt gevolgd. Net als een sonnet een vaste vorm heeft is dit er ook zo eentje, de whodunit. Ze moet een bepaalde omvang hebben om serieus genomen te worden, maar ze mag toch ook niet te dik worden, want dan hapt de doorsnee lezer niet toe en die doorsnee lezer moet zorgen voor de benodigde minimumomzet. Om diezelfde reden mogen er niet te lange zinnen gebruikt worden en moet het verhaal opgebouwd worden dmv. korte stukjes die de adhd-spanningsboog van diezelfde doorsnee lezer niet teveel belasten. Er moet een patroon van het opbouwen en afbouwen van spanning in zitten en er moeten een paar verrassende wendingen in zitten.

Het is gewoon een commercieel uitgenut concept: hier moet je aan voldoen. Je hebt als schrijver een idee dat je verkoopt aan een uitgever. Die stuurt je een redactrise op je dak en samen ga je op die vorm uitkomen, of je het wilt of niet. Het aanbod is enorm, dus het moet wel professioneel lopende-band-werk zijn.

Als je dat patroon een beetje op je netvlies hebt maakt het individuele boek eigenlijk niet zoveel meer uit. Vervang A door B, man door vrouw, Amerika door Hongarije, de middeleeuwen door het heden, het maakt niet uit. Lezend met een open blik zie je precies wat de schrijver niet beschrijft in de karakters en situaties, je ziet ook de losse eindjes. Hiermee breng je de mogelijke ontwikkelingen in kaart en dat zijn er verrassend weinig als een verhaal consistent wil blijven. Adhv de verhaalopbouw weet je dat een 'verrassing' volgt binnen vijf pagina's. Niet dus. Zo hobbel je door je ietsie meer dan vierhonderd pagina's heen met een glimlachje hier en een tssss daar.


 


Een tijdje terug is hier een deel 1 van een wereldberoemde trilogie ten grave gedragen. Naar de delen 2 en 3 wordt niet gezocht.


 


whodunit?
Ik beken. Ik heb de spanning vermoord, op de bank in de woonkamer met een leesbril.